Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk

[Johannes van Mechelen]

MECHELEN (Johannes van), van Enkhuizen, studeerde te Wittenberg, werd aldaar in 1507 licentiaat in de godgeleerdheid. In 1511 ontmoetten wij hem wederom te Wittenberg waar hij het lidmaatschap van den senaat der theologische faculteit, dat gelijk stond met de opdragt van het professoraat dat hij als magister mogt bekleeden, verkreeg. Hij heeft

echter te Wittenberg geen leerstoel vervuld. Hij keerde naar Enkhuizen terug. Van daaruit heeft hij in 1513 de stichting van het Augustijner klooster te Antwerpen ondernomen, 't geen hem den titel van Vicaris provinciaal over de kloosters der Saksische congregatie in de Nederlanden verwierf en hem tot eersten prior van het nieuw gestichte klooster, dat hij tot 1519 schijnt gebleven te zijn.

Zie Schultz Jacobi, Oud en Nieuw, 1_e stukje, bl. 46.