[Maurits]
MAURITS, Graaf VAN NASSAU, eenig zoon van Willem van Nassau, de natuurlijke zoon van prins Maurits, maakte zich als krijgsman verdienstelijk en Wagenaar noemt hem ‘een jongeling van groote hoop.’ Hij sneuvelde bij de schans Kalloo, in 1638.
Zie Leven van Hendr. Fred. D. II. bl. 209; Wagenaar, Vad. Hist. D. XI. bl. 271; Wiersbitzky, de Tachtigjarige oorlog, D. II. bl. 217.