Nassau het beleg van Jamets opbreken en wierp zich in Sedan, dat met een beleg werd bedreigd. Toen zijn vader, Robert II, met Karel V vrede had gesloten, wilde hij niet in het tractaat worden opgenomen. Hij nam in 1525 deel aan den slag van Pavia, werd gevangen genomen, naar Sluis in Vlaanderen gevoerd, waar hij verscheidene jaren opgesloten bleef en streng behandeld werd, wijl de keizer op zijn vader, die hem te Worms op den rijksdag, den oorlog had laten verklaren, vertoornd was. In 1526 benoemde hem Frans I, in plaats van de Lescun, heer van Langey, tot maarschalk van Frankrijk, en in de maand November van het zelfde jaar schonk hij hem de burgtvoogdijen van Château-Thierry en Châtillon-sur-Marne. Zijn laatste heldenfeit was de verdediging van Peronne (1536) door den graaf van Nassau belegerd. Vijf of zes dagen, na het opbreken van het beleg, bevond hij zich te Amboise, waar toen het hof zich bevond, en vernam daar den dood van zijn vader. Terstond vertrok hij, doch werd onder weg door een hevige koorts aangetast, die hem in den aanvang van December te Long-jumeau, een gehucht, vijf mijlen ten zuiden van Parijs, wegnam. Dit was het einde van Robert van der Marck, een der dapperste ridders van zijn tijd. Hij werd door den koning, dien hij zoo wél gediend had, en door de prinsen van het koninklijk huis diep betreurd. Zijn ligchaam werd in de St. Laurents kerk te Sedan, en zijn hart in de abdij van St. Yves de Braine, in de kapel van Roucy, waar men zijn grafschrift leest, begraven. Hij huwde in 1510 Guillemette de Sarbruck, gravin van Braine, vrouw van Montagu, Neuf-Châtel, Pontarcy en Ferté-Gaucher, dochter van Robert van Sarbruck, ridder, graaf van Roucy en Braine en van Maria d'Amboise. Zij schonk hem Robert
IV van der Marck, hertog van Bouillon, maarschalk van Frankrijk. Zijne moeder en vrouw overleefden hem, de eerste stierf in 1544, de laatste in 1571.
Hij schreef:
Histoire des choses mémorables advenues du règne de Louis XII et François I en France, Italie, Allemagne et lès Pays-Bas, depuis l'an 1499, jusques en l'an 1521, mise par escript par Robert de la Mark, seigneur de Fleurange et de Sedan, Maréschal de France, achter de Mémoires de Martin et Guillaume du Bellai-Langei, uitgegeven door den abt Lambert, Paris 1753. 12o. T. VII. p. 376, avec des notes critiques et historiques de l'Editeur.
Ook verscheen:
La journée de Ste Brigide près de Marignan dans le Milanez. Extrait de l'Histoire de Robert de la Mark, etc. in l'Histoire de l'origine et des progrès de la Monarchie Françoise par Guillaume Marcel. Paris 1688. 12o. Bernard de Montfaucon heeft er ook twee uittreksels van gegeven in