groote schade, het op een loopen zette. Juist op dien stond kwamen twee Fransche schepen te hulp, waarop de officieren van Ewyck, die reeds gesneuveld was, het dwaasheid rekende, zich met zulk een gehavend schip tegen de overmagt te verzetten, aan Bel-isle te kennen gaven, dat zij hem volgen zouden, werwaarts hij bevel had hem te brengen, waarop de gezamenlijke schepen koers zetteden naar Cadix, voor welke stad zij Manard vonden, die derwaarts door vijf Franschen gebragt was.
Wij ontmoeten Manard weder in 1697 bij gelegenheid dat de Franschen groote toebereidselen maakten te Duinkerken. Hij werd door den Admiraal Russell benevens den vice-admiraal Shovell, met een sterk eskader te Duinkerken geplaatst om het uitloopen van 's vijands oorlogs- en transportschepen te beletten. Toen Jean Bart de Oostersche vloot aantastte en na eene dappere verdediging de vijf konvooijers vermeesterd had, was het grootendeels Manard, een man van moed en langdurige ondervinding, die haar ontzette (1696). Uit zee terugkeerende, kwam hij in October 1697, bij het stranden van zijn schip tegen de banken van Ameland jammerlijk om het leven.
Zie J.C. de Jonge, Neerl. Zeew. D. III. b bl. 413, D. IV. b bl. 58, 89, 105, 135; Wagenaar, V.H.