[Louis de Malleprade]
MALLEPRADE (Louis de), kapitein-luitenant in het 16e regiment van de Vilettes, onderscheidde zich bij de belegering van Doornik door de Franschen in 1745. Hij bood in den avond van den 16 Mei van dat jaar, toen de vijand het hoornwerk, waarover de kolonel de Patot het bevel voerde, begon te bestormen, met zijn luitenant P. van Batenburg en 50 man zich vrijwillig tot ondersteuning aan, en trok terstond naar het aangevallen werk. Beladen met handgranaten onder de poort des Sept Fontaines doorgetrokken en op de brug gekomen zijnde, werd hij door een stuk van een bom op de borst getroffen, en op den grond geworpen. Desniettemin trok hij naar de bres, verdedigde die allerdapperst met de zijnen, die een vijandelijk officier in de bres zelve gevangen namen. Toen de storm was afgeslagen, bood hij zich tot verdere dienst aan, bragt vervolgens, nadat hij daarvoor bedankt was, zijn volk in goede orde terug, en na het op de gewone wijze te hebben afgedankt, deed hij eerst toen zijne wonden verbinden in weerwil van welke hij zijne dienst heeft waargenomen, tot aan het einde van het beleg.
Zie Bosscha, Neerl. Heldend. te land, bl. 27, 28.