[Carolus Ludovicus de Maets]
MAETS (Carolus Ludovicus de), zoon van den bovengemelden en van Anna Duvelaer, werd omstreeks 1640 te Utrecht geboren, ontving den 8 van Sprokkelmaand 1669 te Leiden eene aanstelling om, op eene proeve, lessen over de scheikunde te houden, werd in 1670 tot buitengewoon hoogleeraar der geneeskunde en twee jaren later tot gewoon hoogleeraar in de scheikunde benoemd, doch verkreeg, als zoodanig, slechts zitting in de faculteit der wijsbegeerte. Eerst in 1679 verkreeg hij rang onder de hoogleeraren der geneeskunde, Hij bleef als zoodanig werkzaam tot zijn overlijden, den 29 van Louwmaand 1690.
Hij schreef:
Prodromus Chymiae rationalis, Lugd. Bat. 1684. 8o. 1687.
Chymia rationalis et praxis Chymiatricae rationalis. Leidae 1687. 4o.
Collectanea chymica Leidensia Maetsiana et Marggraviana, ibid. 1696.