ten vroegen. Hij verklaarde hen onbewimpeld, dat Ludolf, dien zij voor eenen Samaritaan gehouden hadden, een onbesnedene was. De andere vraag beantwoordde hij zoodanig, dat de Samaritanen, echter misschien buiten zijne schuld en tegen zijnen wil, in hun vroeger vooroordeel bevestigd werden, en zich inbeeldden dat hij met hunne stamgenooten en derzelver steden in het land der Franken bekend was. Zij aarzelden dan ook niet om van zijn aanbod gebruik te maken en, door zijne tusschenkomst, eenen brief naar Europa af te zenden.
Deze brief, waarschijnlijk uit de nalatenschap van den Hoogleeraar Heyman, voert tot titel to the Samaritan Jews in England, en is uitgegeven door Prof. Hamaker in Kist en Royaards, Archief voor Kerkelijke Geschied. inzonderheid van Nederl. D. V.
Zie ald. bl. 18; Heyman, Reizen, D. I. bl. 411 en D. II. bl. 6.