[Hubrecht IV van Kuilenburg]
KUILENBURG (Hubrecht IV van) zevende heer van Kuilenburg, een man van groot vermogen en rijkdom, bleef borg voor Reinald, hertog van Gelre, ‘voor 1900 pond en 20 pond klynste penningen.’ Hij hielp in 1346 met Robrecht van Arkel en heer Jacob van Nyevelt, bisschop Jan van Utrecht, tegen de Gunterlingen, overwon ze en verdreef ze uit de stad. Hij sneuvelde in 1347 op St. Praxedisdag, omtrent Hasselt in een veldslag tegen de Luikerwalen, die tegen den bisschop streden. Hij huwde Jutte of Judith van der Lekke, heer Pieter's dochter, bij wie hij 6 kinderen verwekte.
Zie Sweer van Culenborgh, Origines Culemb. bij Matthaeus, Anal. Vet. aevi, T. I. p. 596; Chron. auctius van Beda, uitgave van A. Matthaeus, p. 239; Voet van Oudheusden, Besch. van Culenb. bl. 23 volgg.