Behoedmiddel tegen het pausdom, uit het Engelsch van G. Sherloch, 's Hage 1721. 8o.
Sermonen over eenige belangrijke texten der Schrift, uit het Engelsch van G. Sherloch, 's Hage, 1723. 8o.
Sermonen over den dood en het oordeel, uit het Engelsch van M. Lucas, 's Hage 1725 en Utr. 1734. 8o.
Anciphron of de kleine wijsgeer, uit het Engelsch van Berkley, 's Hage 1734. 12o. 2 deelen.
Elemens de physique desmontrés mathématiquement et confirmés par des expértences, traduits du latin, Leid. 1746. 4o. 2 vol.
Elemens de philosophie Newtonienne, traduit de l'Anglais de Pemberton, Amst. 1755. 8o.
Elemens de philosophie morale, traduits de l'Anglais de Fordyce, la Haye. 1756. 8o.
Elemens d'Algèbre de Saunderson, traduits de l'Anglais, et augmentés de quelques remarques, Amst. 1756. 4o. 2 vol.
Nouvelle bibliothèque Anglaise, la Haye, 1756. 8o. 3 vol.
Le septième et huitième volumes du Spectateur Anglais, Amst. 1750 et 1754. 12o.
Dialogues des morts, traduits de l'Anglais de Lyttleton, la Haye, 1760. 8o.
Het algemeen gebed en de stervende Christen tot zijne ziel, (uit het Engelsch van Pope in Nederduitsche dichtmaat overgebragt), 's Hage, 1760. 4o.
Keurdichten, vermeerderd met de stad Godes, in drie zangen, 's Hage, 1762.
Aard en gebruik der eenvoudigste driehoekige getallen, 'sHage, 1762. 8o.
Oeuvres diverses, la Haye, 1764. kl. 12o. 2 vol.
De Joncourt is de uitgever en de gedeeltelijke vertaler van de Oeuvres diverses de Pope, (Amst. 1754. 12o. 7 deelen). Sedert 1729 werkte hij mede aan het Journal Littéraire door 'sGravesande, Marchand en anderen op nieuw ondernomen. Ook hielp hij in 1742 de Algemeene Historie uit het Engelsch in het Fransch vertalen. Hij had ook aandeel in de vertaling van het Boek Job in het Latijn door Schultens.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1722. b. bl. 94, 1730. b. bl. 231, 1731. b. bl. 228, 1748. a. bl. 731. b. bl. 222; Velingius, Redev. over de Illustre school van 's Hertogenb. bl. 85, 86; Witsen Geysbeek, Woordenb. van Ned. Dicht. die hem verkeerdelijk een Franschman noemt; Biographie universelle, T. X. p. 191; Hermans, Geschied, der Illustre en Lat. Scholen te 's Hertogenb. bl. 24-27, door ons voornamelijk gevolgd.