dood een dichtstuk, waarin zij op eene roerende wijze hulde bragt aan 's mans reinen wandel en liefdevol gemoed. Zijne echtgenoot, bij wie hij geene kinderen verwekte, overleed mede in 1780, in den ouderdom van 84 jaren. Hij schreef:
De algemeene Brief van den Apostel Jacobus verklaard en kortlijk toegepast, Gron. 1742. 4o.
De algemeene Brief van den Apostel Judas verklaart en toegepast, Gron. 1750. 4o.
Het heuchelijk gezigt van den Profeet Zacharias in zijn derde Capittel geopent en toegepast, Gron. 1751. 4o.
Ter nagedachtenis van S. Tjassens, Gron. 1753.
Lijd- en leerschool van een christen, zijnde eene korte verhandeling van het lyden eens christens in eenige bijzondere stukken voorgedragen, tot nut en troost van Jezus strijdende leerlingen, Gron. 1756. 8o.
Enerlei en verscheiden op den wegh naar den hemel, Gron. 1760. 8o.
Israëls minnenijt voorgedragen uit Ezechiel XVI:6, 8, Gron. 1760. 8o.
De natuur en kracht van 't ongeloof en deszelfs verborgene werkingen in 't hart als de bron van alle kwaad, in eenige byzondere stukken geopent, naar aanleiding van Hebr. III:12, 13, Gron. 1763. 8o.
Het begin van de reizen der kinderen Israëls geestlijk overgebragt, Gron. 1767, 8o.
Verlossing der kinderen Israëls uit Egijpte, Amst. 1768. 8o.
Janssonius heeft ook de dichtkunst beoefend, blijkens een Treurdicht op het afsterven van Hermannus Werumeus, Gildregts heer en gezwooren der stad Groningen enz.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1725, a. bl. 123, 1731, b. bl. 633, 1745 b. bl. 127, 252, 1749, b. bl. 246, 247, 1753, a. bl. 619, 620, 1780, a. bl. 326-332, 441-449; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht; Glasius, Godgel Nederl.