[Johannes Christianus Janson]
JANSON (Johannes Christianus), oudste zoon van den voorgaande, werd in 1763 geboren en door zijnen vader in de kunst onderwezen, die hij aanvankelijk slechts tot uitspanning beoefende, daar ook hij in de krijgsdienst trad, in 1795 luitenant bij de ruiterij werd, en als zoodanig verscheidene veldtogten in Duitschland mede maakte. Bij de Fransche overheersching nam hij zijn ontslag als ritmeester, werd weder in dien rang, na 1813, bij het Nederlandsche leger aangesteld, en vier jaren daarna gepensioneerd. Hij woonde vervolgens te 's Hage, waar hij met goed gevolg de kunst beoefende. Hij vervaardigde landschappen met vee, en fraaije binnen- en buitenhuisjes. Er bestaan ook van hem fraaije teekeningen en uitmuntend etswerk.
Zie Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.