[Johannes Janson]
JANSON (Johannes), zoo als door den heer Kramm is uitgemaakt, verkeerdelijk Jacobus genoemd, werd te Ambon in Oost-Indiën, in het jaar 1729 geboren en op achtjarigen onderdom naar Nederland gezonden, om aldaar zijne opvoeding te ontvangen. Neiging tot de krijgsdienst hebbende, ontving hij ook onderwijs in de vestingbouwkunde, trad in Hollandsche dienst en klom op tot den rang van officier. Als zoodanig diende hij het land verscheidene jaren, doch zijne lust tot de schilderkunst, waarin hij toen reeds belangrijke vorderingen gemaakt had, deed hem zijn ontslag verzoeken. Hij leefde vervolgens geheel voor de kunst en vestigde zich te Leiden, waar hij in 1784 overleed, nalatende twee zonen, die volgen.
Janson was een verdienstelijk schilder van vlakke landen weigezigten, meerendeels naar de natuur vervaardigd. Hij schilderde ook watergezigten. Op 's Rijks Museum te Amsterdam is van hem eene schilderij, voorstellende het slot te Heemstede. Volgens den heer Immerzeel is het koloriet bij