Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 9
(1860)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 37]
| |
bert Barners, burgemeester te Zutphen, werd te Eede, in Gelderland, den 3den December 1601 geboren. Na den dood van zijnen vader, die in 1603 plaats had, vertrok hij in Mei 1607 met zijne moeder naar Harderwijk, waar hij zich op de beginselen der talen toelegde. Hij studeerde vervolgens aan de kwartierschool aldaar, bezocht ook de hoogescholen van Franeker en Leiden, en vertrok in 1616 naar die van Sedan. Na een verblijf aldaar van anderhalf jaar bezocht hij de zuidelijke Nederlanden en een deel van Frankrijk, hield zich eenigen tijd te Saumur op, en legde zich gedurende twee jaren te Parijs op de wetenschappen toe. Na ook nog andere Fransche academiën bezocht te hebben, scheepte hij zich te Marseille naar Carthago en Alicanta in, en aldaar teruggekeerd, trok hij naar Italië en zag Rome, Napels en andere voorname plaatsen. Andermaal te Parijs gekomen, beoefende hij er de geneeskunde en werd er licentiaat in die wetenschap. Hij keerde in 1629 in Holland weder, en bood zich aan voor den onvervulden leerstoel der wijsbegeerte aan het atheneum te Deventer, dien hem geweigerd werd. Men bood hem dien in 1631 aan, maar hij bedankte er toen voor. Toen echter deze andermaal openstond, aanvaardde hij denzelven den 21sten Maart 1634. Hij bekleedde zijne waardigheid tot den 2den September 1647, daar hij den 20sten Julij van dat jaar tot professor primarius der wijsbegeerte te Harderwijk was beroepen, aan welke roepstem hij, na langdurig beraad en vele onderhandelingen gehoor had gegeven. De stichting, die zijne jeugdige talenten had zien ontluiken, was nu getuige en deelgenoot van zijnen roem, en mogt zich gedurende acht jaren in zijn licht verheugen, totdat hij, na langdurig lijden, den 30sten April 1657 overleed. Zijn ambtgenoot Alexander Tollius bragt in eene plegtige lijkrede hulde aan zijne wijdstrekkende geleerdheid. De afbeelding van van Isendoorn ziet het licht. Hij was gehuwd met Susanna Bayard, die hij met kinderen in bekrompene omstandigheden achterliet. Curatoren der hoogeschool kwamen haar echter op verschillende wijzen te hulp. Een van zijne dochters huwde aan Aegidius Luyk, predikant te Blokzijl, wiens zoon Gisbert Luyk van Isendoorn in 1737 als predikant van Waverveen overleden, de naam van zijnen beroemden grootvader herleven deed. Van Isendoorn was een geleerde, die meest alle deelen der wijsgeerige wetenschap door zijne schriften had opgehelderd. Als voorstander der wijsbegeerte van Aristoteles was hij zoo diep in diens werken doorgedrongen, dat hij den naam had, dat hij al de werken van dien wijsgeer, als men zegt, had opgegeten. Met talent en standvastigheid handhaafde hij het Peripatetische stelsel tegen den invloed van het Cartesische, en heeft zich daardoor, volgens den hoogleeraar Bou- | |
[pagina 38]
| |
man, in de geschiedenis der wijsbegeerte eene blijvende en eervolle plaats verworven. Zijne werken zijn getiteld: Effatorum Philosophicorum Centuriae duae, Dav. 1633. 12o. It. 1642. 12o. Collegii Philosophici Daventriensis Pars I, in qua Exercitationes, fere Logicae, XXIV, Dav. 1636. 12o. Pars II, in qua Exercitationes Ethicae XVIII, Dav. 1638. 8o. Dit tweede gedeelte is herdrukt onder den titel van Breviarium Ethicum. Compendium Logicae Peripateticae, Dav. 1640. 12o. Physiologia Peripatetica, Dav. 1642. 4o. Herdrukt vermeerderd ald. 1643. 4o. en 1653. 4o. Effatorum Philosophicorum, quibus praesertim explicantur Praedicabilia et Praedicamenta, Centuriae quinque, Dav. 1643. 4o. Meermalen met vermeerdermgen herdrukt. Logica Peripatetica, Dav. 1645. 4o. Herdrukt ald. 1652. 4o. Logica Peripatetica, per theoremata et quaestiones controversas, scholastice tractatas, Hard. 1649. 4o. Sermo Academicus de Noctis, Amoris et Vini usu atque abusu, Hard. 1652. fol. Medulla Physicae generalis et specialis, 1658. 12o. Ethica Peripatetica, in duos libros tributa, per succinctas tabulas, et quaestiones plus 200, ex variorum auctorum monumentis collecta et digesta, Hard. 1659. 4o. Dit werk is na den dood des schrijvers door zijn zoon Nicolaas uitgegeven.
Zie Revius, Daventr. Illustr., p. 695-697; Foppens, Bibl. Belg., p. 369; Hoogstraten, Woordenb. op Yzendoorn; Kok, Vaderl. Woordenb. D. XXXIII, bl. 290 volgg. met portret; Paquot, Memoir, T. I. p. 346-347; van Eck en Bosscha, Het tweede eeuwfeest van het Ath. Illustr. te Devent., bl. 90, 91; Bouman, Geschied. der Geld. Hoogesch. D. I. bl. 43, 118, 162, 327, 332, D. II. bl. 603, 649; Muller, Cat. van Portrett. bl. 131. |
|