[Gomarus Huyghens]
HUYGHENS (Gomarus) geboren te Lier in 1631, studeerde te Leuven in het collegie het Verken, werd aldaar in 1652, op 21jarigen leeftijd, hoogleeraar in de wijsbegeerte, en verwierf in 1668 den graad van doctor in de godgeleerdheid. Nadat hij uit Rome, waarheen hij gezonden was om de voorregten en vrijheden der universiteit van Leuven te verdedigen, was wedergekeerd, oefende hij zich verder in de godgeleerdheid en werd in 1677 rector of president van het collegie van paus Adriaan, in 1682 kanunnik der St. Pieterskerk, in 1687 lid der theologische faculteit ofschoon hij, ten gevolge der pogingen zijner vijanden, zich eenigen tijd in het uitoefenen van dit ambt, en ook het prediken en den biechtstoel moest onthouden.
Hij was een ijverig man, innig verbonden aan Arnauld en Quesnel, wier gevoelens hij met vuur verdedigde.
Hij stierf te Leuven den 27 October 1702. Hij gaf in het licht:
Methodus remittendi et retinendi peccata. Acc ejus Apologia adv. S.C. Reymakers Leod. 1674, 1686, 3 part. 1 vol., 12o. Ook in het Fr. overgezet,
Breves observationes de actibus humanis et passionibus animal., item de virtutibus et vitiis in genere, Leod. 1694, 8o.
Conferentiae Theologicae, 3 t., 12o. en
Cursus Theol. onder den titel: Breves observationes, in verschillende deelen.
Zie Jöcher; Biogr. Univ.; Biogr. Gén; Rabus, Boekz. van Europa 1695, b, bl. 343.