[Mr. Justus de Huybert]
HUYBERT (Mr. Justus de) zoon van den vorige, werd in 1610 te Zierikzee geboren, en den 17 September 1630 student in de regten te Leyden. In zijn geboortestad teruggekeerd bekleedde hij aldaar de betrekking van secretaris en pensionaris.
Reeds in 1652 stelden de staten van Zeeland hem voor tot gezant naar Zweden en Noorwegen en in 1660 werd hij met de Merode, Godard Adriaan van Rede, heer van Amerongen, Humalda, Joan van Gendt en van Beuningen naar Frankrijk gezonden ter vernieuwing van oude verbindtenissen en ter beraming van schikkingen op den koophandel. Zij sloten in 1662 hiertoe het verbeterde tractaat. P. de la Rue, die de brieven van de Huybert ten tijde van zijn gezantschap geschreven, gezien heeft, getuigt van derzelver belangrijkheid.
Zij leeren hem kennen als ‘een deftig patriot, liefhebber der deugden, hater van geblankette geveinsdheid en trouwhartig voorstander van de grondwetten en belangen van dezen staat.’ Na den dood van den pensionaris Adrianus Veth, besloten de staten van Zeeland de instructie der pensionarissen te reviseren, welk moeijelijk werk zij aan de Huybert opdroegen, die het binnen een week voltooide, waarna hij den 16, December 1664 tot secretaris der staten en van gecommitteerde raden werd benoemd, welk ambt hij met grooten lof waarnam tot zijn dood, 4 September 1682. Zijne brieven zijn nog aanwezig.
Hij huwde 1. Anna Engelbrecht; 2. Levina Munniks; 3. Geertruida Vorstius, en verwekte twee dochters, Genoveva en Anthonia, en een zoon, mr. Adriaan de Huybert, die ongetrouwd te Middelburg is overleden.
Zie de Stoppelaar, l.c., p 19-22, 72 en 76; de la Rue, t.a.p., bl. 50 volgg.; L. v. Aitsema, Zaken van Staat en Oorlog, D. IX. bl. 1065, 1678, 1079, 1080, 1081, D X. bl. 4, 5, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 29, 32, 34, 300, 304, 324, 332; A. Wicquefort, l'Ambassadeur et ses fonctions, P. I. p. 380, P. II. p. 211;