[Johannes Huwe]
HUWE (Johannes) praktiseerde in het begin der 18de eeuw als med. doctor te Haarlem. Hij gaf in 1726 te Haarlem in het licht Onderwijs der vrouwen in het kinderenbaren, waarvan in 1788, volgens Abcoude, de tweede, volgens Arrenberg de vierde druk verscheen. Hij was de eerste die het vrouwelijk bekken heeft gemeten.
Volgens A.H. Israels had hij twee zonen, van welken de oudste den 9 Julij 1720, de tweede den 1 Mei 1721 te Leyden promoveerde.
Waarschijnlijk is hij ook de schrijver van:
Nederduytse Redekunst: het 1ste Boeck, 1ste Deel, handelende van de - Wesens, gemeenelyck eerste kennissen, Voorstellen van de eerste kennis genaemt, begrepen in de Leeringen der segswoorden; 2de Deel. Van de Wesens der Reden, ofte Voorstellen van de tweede kennis; 3de Deel, van de Uytspraken. IIde Boeck, 1ste Deel. Van de twee eerste Redekonstige Wercktuygen, Uytbeelding en onderscheiding; 2de Deel, van de volmaekte sluytredenen, derselver Wetten en Herleyding; 3de Deel, van de onvolmaekte sluytredenen, derselver Gedaantens en Wetten; 4de Deel, van de Redekaveling, Betoging, Bedriegelijke Handeling en Beleyt. Haarlem 1710, 2 d. 4o.
Zie Abcoude, Naaml., bl. 253; Arrenberg, Naaml.; Cat. der Maats. van Ned. Letterk., D. II. bl. 450; Naverscher, D. VII. bl. 263, 378.