[Martijn Huttin]
HUTTIN (Martijn) officier of griffier des konings in de stad Doornik, bekleedde onder Alva het ambt van inquisiteur. Hij bekende vrijwillig ‘dat hij gedurende zijn gezag en ambt onder den hertog van Alva vele valsche getuigen had opgemaakt, die vele rijke lieden, zoowel Katholyken als anderen, beschuldigden van ketterij, of dat zij wapenen gedragen hadden of in predikatien van de Hervormden geweest waren, daarover velen zeer onnozel waren gestraft geworden, en als er katholyk stierven, ondergingen sommigen den dood daarop, dat ze onschuldig waren.’ Zulks had Hutton alleen gedaan om hunne goederen te hebben. Hij begeerde bij zijn dood ‘dat de erfgenamen weder mogten gerestitueerd worden zoodanige goederen, erven en heerlijkheden.’ De prins van Espinoi deed in 1577 te Doornik ‘goede executie over hem bij geregte.’
Zie van Meteren, Ned. Hist., D. III. bl. 85.