gegeven, en die, dewelke het naburig Vlaenderen is overgekomen enz. Middelb. 1718, 8o.
In handschrift:
Aanleiding tot het regte verstand van het Prophetisch woord of eene openhartige Redenwisselinge van de duistere plaatsen van 't Prophetisch woord.
't Ligt uit de duisternisse des Anti-Christendoms of de Morgensterre, opgegaan door 't eeuwig Evangelium.
De geluksaligheid van de Kerk in dien tijd des Einde, zijnde een vervolg van 't voorgaande werk.
Het Nieuwe Jerusalem, of de Kerk na die luister, diese vertonen zal, nadat de VII Phiolen zyn uitgegoten.
Deze vier laatste zijn omstreeks 1734 door Gerard van Hemert, phil. professor en predikant te Middelburg, uitgegeven.
De Geestelyke Verrekyker, vertoonende den regten stand van de Godsdienst, vooral in Nederland, met een wydloopige voorafspraak aan d' Eerwaarde Classis van Walcheren.
Pietas Ordinum Zelandiae of Godvrugtigheid van de heeren Staten van Zeeland, betoond in de uitnemende sorge die deselve hebben zien laten in den opbouw van onze Republyk, en vooral in de voesteringe van onze Godsdienst.
Inleiding tot het regte verstand van den zegen van Moses, Deuter. XXXIII.
(Aan deze en de volgende verhandelingen is de laatste hand niet gelegd.)
De 12 Apostelen, zittende op 12 throonen, oordeelende de twaalf geslagten Israëls, aangewezen in 't lied van Moses, Deuter. 32.
Een korte verklaringe over 't Hooglied van Salomon.
Een korte verklaringe over den Brief van Judas.
Een uitlegginge over d' Openbaringe van Joannes.
Aanmerkiugen over verscheidene uitgelezene plaatsen en stoffen.
Nederlands geboorte en wasdom, behelsende een sedige aanwijsinge, die er gezien is in de grondvestinge van onse glorieuse Republyk.
Een korte verhandeling over de Geestelyke goederen.
Een kort Historisch verhaal van den Olyfberg of de Kerken onder het Kruis in West-Vlaanderen.
De Kerk een last door de bedriegeryen der Vrygeesten, waarby gevoegd zyn eenige Aanmerkingen over de Geschillen tusschen de Heeren Professoren Driessen en Wittichius, raakende des laatstgenoemden Dissertatio de Natura Dei.
Zie la Rue, Gelett. Zeel., bl. 283 volgg; J. van Gaveren's, Boekz van Jan. en Febr. 1708, bl. 173; Republiek der Geleerden van