In de St. Jacobs kerk te Brugge was een door hem geschilderd glasvenster, voorstellende de Afneming van het Kruis. Voor de kerk der Carmelieten aldaar schilderde hij een episode uit de geschiedenis van St. Catharina. In de galerij van den koning van Beijeren is een St. Jan, waarvan men de afbeelding en beschrijving vindt in Messager des Sciences et des Arts, Gand 1833, p. 417. Te Florence in de kerk S. Maria Nuova is een groot schilderij van zijn hand, de Aanbidding der Herders voorstellende, in het paleis Pitti aldaar het portret van Portinari; deze laatste schilderijen voeren het jaartal 1472. Eene lijst van al zijne beschrevene en tot dus verre bekende werken, vindt men bij Rathgeber, in fol., bl. 118, die 76 nommers bevat, waaronder vier stuks - St. Christophorus, Johannes de Dooper, Maria Magdalena en St. Stephanus -, die in de verzameling van den prins van Oranje waren. Kramm deelt mede, dat eene uitmuntende schilderij, de Afneming van het Kruis, die, door de zorg van Alex. Lenoir, te Parijs, bij de verspreiding van het Museum des Petits-Augustins naar St. Dénis vervoerd, na gedurende eene reeks van jaren in het kabinet van den architect der Cathedrale gebleven te zijn, in 1846, door de Cailleux voor de verzameling der Louvre terug gevorderd werd. Het stuk is in Parijs geschilderd, en werd al spoedig door de Franschen voor een produkt van hunne school gehouden; doch weldra werd het aan Jan van Eyck toegekend. Dr. Waagen verklaart het voor een der eerste werken van Hans Hemmeling en later, in 1846, heeft Passavant voor advies gegeven, dat het
van Hugo van der Goes kon zijn, met welke meening de graaf de Laborde zich vereenigde.
Van der Goes bestuurde de feesten in Julij 1467 te Gent gegeven, bij gelegenheid der huldiging van Karel den Stoute ‘Hugues van der Goes (schrijft de Laborde) peintre, employé aux solemnités de Gand, en Juillet 1467; il travailla en Juillet 1468, pendant dix jours et demi à Bruges, aux entrements du banquet, á raison de 14 sols par jour.’ Verder komt hij voor als expert, om de door den dood van Dirk Stuerbout (1478) onafgewerkte schilderij voor de erfgenamen te tauxeren; in 1473 schilderde hij de decoratien voor het eeuwfeest des Pausen. Hij verliet zijn land nimmer, doch het juiste jaar van zijn dood is niet bekend, men gist 1480.
Na zijn dood, zeker na 1480, is ter zijner eere in het klooster der reguliere kanunniken te Rozendaele, in het bosch van Soignies te Brussel een epitaaf ter zijner eere