[Hubertus]
HUBERTUS, van 709-727 bisschop van Tongeren. Volgens eene oude overlevering was hij uit een adelijk geslacht van Aquitanie gesproten en werd van een geheel wereldsch leven tot de dienst van God bekeerd. Men weet niets zekers van hem tot den tijd toe dat hij zich onder bestuur van den H. Lambertus, bisschop van Tongeren, stelde, door wiens heilzame lessen hij in den weg der volmaaktheid groote vorderingen maakte. Nadat Lambertus was vermoord, werd Hubertus eenstemmig tot zijn opvolger benoemd. Hij behield zijn geheel leven heiligen eerbied voor zijn voorzaat, wiens ligchaam hij in 721 van Maastricht naar Luik deed overbrengen, in welke stad hij ook zijn bisschoppelijke zetel vestigde. Hij stierf den 30 Mei 727 te Tervuren, een dorp tusschen Leuven en Brussel gelegen, waar hij een kerk had ingewijd. Zijn ligchaam werd naar Luik gevoerd en in de collegiale kerk van St. Pieter begraven. Het werd in 825 naar het klooster Andain in Ardenne overgebragt, waarvan de stad St. Hubert haren oorsprong heeft genomen. Deze stad, aan de grenzen van Luxemburg, wordt nog in godsdienstige bedevaarten bezocht, vooral van hen die door razende dieren gebeten zijn. Er is daarna een krijgsorde opgerigt, de orde der ridders van den H. Hubertus geheeten, welke in 1444 door Gerard V, hertog van Kleef in Gelderland werd ingesteld. De parochie-kerk van Alem (dekanaat van Orthen) eert den H. Hubertus als patroon. Ook wordt hij