maatregelen tot het dempen van het oproer, zoodat op den 23 September te Mons geen andere vlag gezien werd dan de Nederlandsche, geen gewapend man dan die tot de bezetting behoorde, en 's konings gezag, er sedert drie weken miskend, volkomen hersteld werd. Eindelijk moest hij voor overmagt zwichten, door zijne onderhoorigen verlaten. Hij werd met eenige andere getrouw gebleven hoofdofficieren naar Brussel gevoerd en in de gevangenis Les Petits Carmes opgesloten. Hij stierf
Zie Bosscha, Neêrl. Holdend te Land, D. III. bl. 595, 600, 641; Kraijenhoff, Bijdr., bl. 57, 80.