Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Tweede stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 1315]
| |
bekleedde het ambt van bode dier stad en was een verdienstelijk dichter. Toen hij bij het Haagsche genootschap met zijn dichtstuk over de opvoeding den gouden eerepenning had behaald, lieten burgemeesteren van Gouda hem plegtig bedanken en vereerden hem met een geschenk. Hij was lid van het Leydsche dichtgenootschap. In het eerste deel van de werken er van komen een paar stukjes en een taalkundig opstel van zijne hand voor.
Zie Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. Crit. Woordenb., D. III bl. 423. |
|