[Johan Houflin]
HOUFLIN (Johan), volgens van Meteren pensionaris van Doornik en Tornasis en secretaris van den raad van staten, Anjou enz. In 1577 teekende hij de unie van Brussel. Hij was toen raad van het Tournesis en afgevaardigde ter vergadering der staten generaal. Om zijne bekwaamheid werd hij, nevens Adolf Blyleven, den 19 April 1578, nadat Weellemans zijn post had neêrgelegd, tot griffier der algemeene staten benoemd. Hij zou onder Leycester ook secretaris van den raad van staten geworden zijn, zoo Gelpin niet voor hem gesteld ware geworden. Hij viel in haat, wijl hij zich in dienst van de koningin van Engeland en in vele gewigtige zaken had laten gebruiken. Hij had, als secretaris, ook het verdrag van den hertog van Anjou, de afzweering van den koning van Spanje en de verdediging van den prins van Oranje onderteekend. In Lentemaand 1588 verzocht hij aan de koningin om in eenige dienst aangenomen te worden en op zijn verzoek werd hij tot secretaris van den baron van Willinghby benoemd, met toezegging met den tijd iets beters te erlangen. Namaals werd hij pensionaris te Groningen.
Zie van Meteren, Nederl. Hist., D. III. bl. 154; de Jonge, Unie van Brussel, bl. 206.