Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Tweede stuk

[Johannes van Horne]

HORNE (Johannes van) zoon van Jacob van Horne, bewindhebber der O.I. Maatschappij, werd in 1621 te Amsterdam geboren. Na zich aan de Utrechtsche hoogeschool geoefend te hebben, deed hij eene reis naar Zwitserland en Italie, en werd te Bazel doctor in de geneeskunst. Vervolgens bezocht hij de hoogescholen te Montpellier en te

Orleans, van waar hij naar Amsterdam terugkeerde, en daar, volgens Wagenaar, tot hoogleeraar in de ontleed- en heelkunde aan de Doorluchtige school werd aangesteld; doch Siegenbeek meldt alleen, dat hij na een zesjarige reis door de voornaamste landen van Europa, in het vaderland teruggekeerd, in 1651 door curatoren der Leydsche hoogeschool tot buitengewoon hoogleeraar in de ontleedkunde en in het volgende jaar tot gewoon hoogleeraar dier wetenschap, mitsgaders der heelkunde werd bevorderd, ten einde hem, die ter aanvaarding van het hoogleeraarambt bij de Doorluchtige school zijner geboortestad was aangezocht, te behouden. Hij gaf niet slechts uitstekend onderwijs maar ook voortreffelijke werken in het licht, die vele belangrijke waarnemingen en ontdekkingen, de ontleedkunde betreffende, bevatten, en door deskundigen op hoogen prijs gesteld worden.

Hij overleed 5 Januarij 1671 toen hij den ouderdom van 49 jaren nog niet bereikt had. Zijn opvolger Drelincourt hield eene lijkrede op hem. Hij is in de Effigies bij van der Aa afgebeeld.

Hij schreef:

De aneurismate Epistola extat cum Theod. Bartolini Anatomicâ Aneurismatis diffecti Historia Panorini 1644.

Novum ductum Chyliferum, primum delineatum atque descriptum, Lugd. Bat., 12^o.

ΜΙΚΡΟΚΟΣΜΟΣ seu brevis manuductio ad historiam corporis humani, in gratiam discipulorum, L.B. 1663, 12^o., 1665, Lipsiae 1673, Hgd. Halberstad 1685.

Μιϰροτέϰνμ, id est, brevissimus Chirurgiae methodus, L.B. 1663, 12^o., Lipsiae 1675, ook in 't Hgd.

Leonhardi Botalli Opera Omnia Medica et Chirurgica a mendis repurgavit, methodice disposuit, notis ac paragraphis distinxit etc., L.B. 1660, 8^o.

Galenus de ossibus, graecè et latinè cum Vesalii, Sylvii, Heneri, Eustuchii Exercitationibus, ad eundem Galeni doctrinam edidit, L.B. 1665, 12^o.

Prodomus observationum sacrum circa partes genitales utroque sexu, ibid. 1608, 12^o., met aanmerkingen van Joh. Maur. Hofman, 1685.

Observationes Anatomico-Medicae, Amst. 1674, 12^o.

Alle zijne werken onder den titel van: Opuscula Anatomico-Chirurgica, met bijvoegselen van Joh. Guil. Pauli, Leipzig 1707, 8^o.

In het Holl. verscheen: Chirurgie, Leyden, 8^o.

Kort Begrip der Ontleed- en Heelkonst, Amst. 1684, 8^o.

Zie Drelincourt, Orat. de J.v. Horne natal. vita instit. et e vivís exces., L.B. 1670, 4^o.; Foppens, Bibl. Belg, T. II.

p 682; Wagenaar, Beschrijv. van Amst., D. III. bl. 231, fol.- Sandifort, Introductio voor het Museum Anatomicum; Siegen heek, Geschied. der Leyds Hooges, D. I. bl. 185, 218, D. II. bl. 108, 131, 132; Soermans Akad Reg., bl. 56, 57; de Crane, Bijz de familie Hemsterhuis betreffende; van Kampen, Geschied. der Ned Lett. en Wetens., D. II. bl. 60, 61; Jöcher, Gelenrt. Lex., i.v.; H. Sprengel, Wersuch einer prag. Geschichte d. Arznock, Th IV. S. 174, 196, 200, 285, 286; Burman, Syll.; Bouman, Gesch. der Geld. Hooges., D. I. bl. 47; Abcoude, Naamr. van Ned. Boek., bl. 172.