[Willem Hoppeveld]
HOPPEVELD (Willem), klerk der generaliteit, werd in 1670 met zijn ambtgenooten Jan Pesser en Abraham Keizer, eertijds in dienst van den resident Lieuwe van Aitzema, en toen onderklerk van de klerken der provincie van Friesland en de griffie der generaliteit, wegens verboden verstandhouding in hechtenis genomen, te pronk gesteld met een brief op de borst, waarop het woord meineedig geschreven was, en voor altoos gebannen.
Zie Holl Merc. 1670, bl. 39, 41, 45; Wagenaar, Vad. Hist., D. XIII. bl. 436, 437.