onder Wassenaar, in een bosch is nedergedaald. Op de mislukte onderneming te Amsterdam werden spotprenten vervaardigd, waarin hij uit scherts Fopman geheeten werd. Hij was begonnen met tijgers en andere beesten in den vorm van ballons te laten opgaan, en A. Fokke Simonsz. gaf er een uitvoerige beschrijving van in de Vaderl. Letteroef. voor 1804, Mengelw., bl. 422-428.
Hij gaat in plaat uit, geëtst door Johannes Bemme.
Zie Konst- en Letterbode 1804, Nr. 43, bl. 231; Navorscher, D. VI. bl. 102, 104, D. VIII. bl. 310, 311, D. IX. bl. 222; Algem. Vad. Letteroef. van 1805, Mengelw. II. p 610 en volgg.