Stil leven en Een hond met eenig dood wild en jagtgereedschap, op de Amsterdamsche tentoonstellingen van 1820, 1822 en 1824, trokken de algemeene aandacht en spanden de verwachting. Op aanraden zijner kunstvrienden waagde hij zich aan een hooger vak der kunst en De vrouw van Albrecht Beijling met haar kind, benevens het Portret van een kind op de tentoonstelling in 1826, en vooral Een landelijke herberg op die van 1828 beviedigden volkomen de verwachting. De laatste schilderij verkocht hij voor f 900, en gold op de verkooping van J. Nepveu te Amsterdam 1837, reeds f 1625.
Hij vervaardigde ook portretten, die met zijn overige schilderijen in bezit zijn van aanzienlijke familiën in Friesland en Holland. Wijlen koning Willem II bezat van hem een Kopy naar de beroemde avondschool van Gerard Dau, op 's rijks museum te Amsterdam. Ten huize van zijn broeder P.J. de Hoop. landeigenaar te Nieuwland, in de gemeente Wijnbritseradeel, berust van hem Benjamin Franklin in zijn studeervertrek. Hij overleed 26 October te Amsterdam.
Zie Immerzeel, Lev. en werk der Holl. en Vlaams. Kunsts., D. II bl. 51; Kramm, Lev. en werk der Holl. en Vlaams. Kunsts., D. IV. bl. 742