[Gijsbrecht van der Hoolck]
HOOLCK (Gijsbrecht van der), werd in 16., te Utrecht geboren, was leerling van Antonius Aemilius, kwam in 1630 in de regering zijner geboortestad en bekleedde achtmaal de burgemeesterlijke waardigheid. In 1644 werd hij lid der staten generaal en sedert tot de belangrijkste handelingen gebruikt; zoo als tot de zaken betreffende den Munsterschen vredehandel, tot het sluiten van het tractaat van campagne met Frankrijk en van den handel met die van Lubek. Ook bewees hij in 1666 bijzondere diensten aan de vloot. Tweemaal vertrok hij op last der staten generaal naar Zeeland, om de staten van dat gewest tot eenstemmigheid met die der andere over te halen. Ook later bleef hij in groot aanzien en was in 1672 een voornaam lid van die vergadering. Hij was de oudste der raden, die in 1674, op nieuw, ingevolge het bekend reglement, door den stadhouder werd gekozen. Ook was hij een der eerste afgevaardigden ter vergadering van de staten generaal toen Utrecht op nieuw in de Unie werd aangenomen. Hij huwde, volgens Valentijn' Anna van Aalst, weduwe van Anthony van Diemen, gouverneur generaal van Neêrlands Indië, doch later schreef deze: ‘men wil dat zij naderhand met den heer Constant, gewezen directeur in Persië, die toen weder naar 't vaderland ging, getrouwd is.’ Hij stierf den 25 September 1680.
Zie Aitzema, Sak. van Staet en Oorlog, D. VII. bl. 165, 169 enz.; Nalez. op de Vad. Histor. van Wagenaar, D. I. bl. 401; Scheltema, Staatk. Nederl., o.h.w.; van de Water, Groot Utrechts Placaatb., D. I. bl. 174, D. III. bl. 184; Valentijn, Beschrijv. van O. en N. Oost-Ind., D. IV. St. I. bl. 243, 259, Du Bois, Vies des Gouverneurs Holl. aux Indes Orientales, p. 134; Schotel, Illustre School te Dordr., bl. 52; A. Aemilii Orat. et Poem., p. 396; Kobus en de Rivecourt.