gelijkende teekening met O.I. inkt, ten koste van S. Feytema, door Pottevin vervaardigd, vindt men voor zijn leven door de Kruijff.
Behalve Pottevin's zijn er nog twee verschillende afbeeldingen van Hoogvliet. Eene, door Quinehard geschilderd, berustte in het Pan Poëticon Batavum, naar de andere, door 's dichters vriend de Wijs, van Nijmegen, vervaardigd, heeft Houbraken de plaat gegraveerd, die doorgaans voor 's mans werken wordt gevonden.
Lambert van den Broek, Eduard en Sybrand Feitama, Jan de Marre, Jaques van Musschert, Lucas Pater, Willem van der Pot, Joan Vermeulen, Adriaan van der Vliet, Philip Zweerts, vervaardigden gedichten ter zijner eere, die men in hunne dichtbundels en in van Halen's Pan Poëticum Batav. kan lezen. Ook verscheen er een bundel lijkzangen na zijn dood.
Men heeft van hem:
P. Ovidius Nasos Feestdagen, in dicht vertaald, Delft, Rott. 1719, 4o., Rott. 1730, 4o.
Abraham de Aartsvader, Rott. 1728, 4 pl., 1729, 4 pl., Haarl. 1734, 8o., Rott. 1736, 4o., m. verbet., Rott. 1744, 4o., 1746, 4o., 1758 (uitg. van J. Spex) 4o., 1754, 4o., 1762, 4o., (zevende druk) 1766, 4o., 1768, 1776 4o., 1780, 4o., Nijmegen 1841, 8o. (met een voorberigt en aanteek. bezorgd door B. ter Haar).
Mengeldichten, Rott. 1737, Delft 1738, 4o.
Vervolg der Mengeldichten, Rott. 1753, 4o.
Zijdebalen, Hofdicht, m. pl., Delft 1740, 4o.
Eerekroon voor de stede Vlaardingen, Delft 1743, 4o., 's Grav. 1771, fol. Ook achter de Handv., Octroijen, Privil. en Regten van Vlaardingen, 's Hage 1772, fol.
Zie Leven van A. Hoogvliet door J. de Kruijff, in de Levens van Ned. Dichters en Dichteressen, uitgegeven door het Genootschap Kunst wordt door Arbeid verkregen, D. I.; Siegenbeek, Geschied der Ned. Letterk., bl. 242-244; van Kampen, Bekn. Geschied der Kunst. en Wetens., D. II. bl. 94-100; de Vries, Geschied. der Ned. Dichtk., D. II. bl. 86; Collot d'Escury, Hollands roem, D. IV. bl. 272-287; Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. Crit. Woordenb., D. III. bl. 322 volgg; John Bowring, Iets over de Holl. Taal- en Letterk, bl. 57; Lulofs, Toelicht. en Bedenk. op Dr. J. Bowring's Aanmerk. over onze Ned. Letterk, bl. 47, 48; Snellaert, Geschied. der Nederl. Dichtk., bl. 180; W. de Clercq, Invloed der vreemde letterk. op de Nederl. taal- en letterk., bl. 279; Dr. Huberts, Chron. Handl. tot de beoef. van de Geschied. der Vad Letterk., bl. 80; Sprenger van Eijk, Geschied. en Merkwaardigh der stad Vlaardingen, bl. 77 volgg., met portr.; Proeven van Dichtk. letteroef. over den smaak en de poezy van den Abraham den Aartsvader door A. Hoogvliet, Utr. 1780; Werk. der Maats. van Ned. Letterk., D. III. bl. 67; Lelyveld op Huydecopers Proeve van Tael- en Dichtk.,