[Sebastiaan Hoogendijk]
HOOGENDIJK (Sebastiaan), te Dordrecht geboren, werd den 17 Mei 1636, te Padua tot phil. et med. doctor bevorderd, oefende de geneeskunst in zijn moederstad uit, werd aldaar extra ordinair stads-medicijn, maakte zich als Grieksch en Latijnsch dichter bekend, waarvan proeven bij Balen bewaard zijn, en bragt tot bijzonder onderrigt van zijn zoon geneeskundige aanteekeningen op het papier, die verloren zijn. Hij stierf te Dordrecht 21 Mei 1653. Zijn ambtgenoot Jacobus van Wijk betreurde zijnen dood in een Latijnsch gedicht, door den advocaat Cornelis van Someren in het Nederduitsch overgebragt.
Zie Balen, Beschr. van Dordr., bl. 228; Paquot, Mém., T. II. p. 351; Schotel, Geschied- Letter- en Oudheidk. Avondst., bl. 48; Dezelfde, Illustre School van Dordr., bl. 52.