hij op dien bodem en de brik de Zwaluw doorbragt, onderscheidde hij zich herhaaldelijk zoowel door zijne stoutheid als zeeman, als door zijne militaire talenten en zijne dapperheid.
Onder zijne krijgsverrigtingen behooren de tuchtiging van de bewoners van Koetei (oostkust Borneo), en het beteugelen van den zeeroof in den O.I. Archipel, waarbij hij als chef eener flotille, bestaande uit de brik Arend, stoomschip Hecla, schoeners Janus, Zephyr en Egmond, schitterend uitblonk.
In Januarij 1845 bevorderd tot kapitein-luitenant, viel hij in Junij van dat jaar met de brik de Haai, zeven groote rooverspraauwen, die zich op de westkust van Kalatoea vertoonden, aan, vernielde vier derzelve, landde op Kalatoea, vernietigde het rooversnest en stak de vaartuigen in brand. In Mei 1846 keerde kapitein-luitenant 't Hooft met de brik de Zwaluw uit Oost-Indië in Nederland terug.
In April 1849 benoemd tot adjudant van Z.M. in buitengewone dienst, werd hem in Mei 1849 het bevel opgedragen over Zr. Ms. korvet Sumatra. Hij deed met dien bodem togten naar den Atlantischen Oceaan, naar Portugal, naar de West-Indiën en naar de kust van Guinea, en na zijne bevordering tot kapitein ter zee in Januarij 1851, maakte hij met die korvet eene reis naar de Middellandsche zee en naar den Levant. In verschillende moeijelijke omstandigheden, waarin hij met zijn schip geraakte, was hij steeds voor zijne officieren en voor zijne ekwipage, die hem op de handen droegen, een voorbeeld van deugd, van onverschrokkenheid gepaard met bedaard overleg en beleid; kortom hij toonde in den volsten zin des woords een uitmuntend kapitein te zijn.
In 1852 werd hem het bevel over Zr. Ms. fregat Prins van Oranje opgedragen, doch eene ernstige ongesteldheid, waarin de kiem reeds schijnt gelegen te hebben van de kwaal, waaraan hij later bezweek, noodzaakte hem dat kommandement neder te leggen.
In Augustus 1854 kreeg hij het bevel over het fregat (geraseerd linieschip) de Ruyter en vertrok daarmede naar Oost-Indië. Na zijne terugkomst in Nederland werd hij den 1 Januarij 1856 bij keuze bevorderd tot schout-bij-nacht.
Als president en lid van verschillende commissiën, door het gouvernement te zamen geroepen, waaronder behoorden de commissie ter beoordeeling der geschiktheid van de zeeofficieren voor den hoofd officiersrang, die tot inspectie van het militair onderwijs bij de militaire academie voor de zee- en landmagt te Breda en als lid van het comité van defensie, bewees 't Hooft uitstekende diensten. Zijne