[Cornelis Hondius]
HONDIUS (Cornelis) of de Hond, geboren te Beveren, volgens Vrolykhert in 't land van Waas, doch volgens A. Walraven, meer waarschijnlijk in het arrondissement Kortrijk, in West-Vlaanderen, waar zijne goederen werden gevonden, na zijn dood, bij het twaalfjarig bestand, aan zijne kinderen teruggegeven. Hij vlugtte waarschijnlijk om de geloofsvervolgingen naar den Paltz, en in het vaderland wedergekeerd, volgde hij in 1578 Cornelius Baselius als predikant te Vlissingen op. Hij was zeer geleerd en genoot veel liefde en toegenegenheid van zijne gemeente. Mogelijk was hij dezelfde, die, volgens Hooft, in 1578 te Goes verscheen, om daar van den magistraat een kerk voor de Gereformeerden te verzoeken. Hij huwde in 1598 te Middelburg voor de tweede maal Janneke van Oosterzeele, van Leuven, weduwe van Lucas Janssen, en voor de derde maal te Vlissingen, Betken van der Winkel. Hij was in 1605 nog in leven.
Zie Hooft, Ned. Hist., bl. 547; Uytenbogaerd, Kerk. Gesch., D. III. bl. 197, 198; Vrolykhert, Vliss. Kerkhem., bl. 27-30, 57; A. Walraven, in Cassandria 1857, bl. 183.