Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Tweede stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 999]
| |
lende gewelddadigheden tegen de Nederlanders. In 1664 werd hij op nieuw derwaarts gezonden, vermeesterde het bij kaap Verd liggend Nederlandsche eiland Goedereede, nam voor St. George del Mina elf Nederlandsche schepen weg, beschoot Kabo Corse en veroverde die sterkte, stak vervolgens naar Nieuw-Nederland in Amerika over, bemagtigde deze veel belovende volkplanting, deed Tabago en St. Eustatius insgelijks voor zijne wapenen bukken en keerde na deze, in diepe vrede behaalde overwinningen, naar Engeland terug. Den 19 Augustus 1666 werd hij met negen fregatten en andere ligte oorlogschepen, vijf branders en zeven kitsen, ruim van manschappen voorzien, binnengaats gezonden, om de talrijke aldaar liggende koopvaardijschepen te vernielen. Onder geleide van den eerloozen landverrader Laurens Heemskerk, stevenden de Britten het Vlie binnen en verbrandden 140 koopvaarders en plunderden Terschelling. Deze bevelhebber, wiens bedrijf op de kusten van Guinea en in de West-Indiën aanleiding tot den tweeden oorlog tusschen deze gewesten en Groot-Brittannie had gegeven, zag zich in 1672 wederom bestemd om ook thans het werktuig te zijn tot het aanvangen van den aanstaanden krijg. Hij kreeg namelijk bevel om de koopvaardijvloot, komende van Smyrna en andere oorden in de Middellandsche zee, en welker waarde op anderhalf millioen geschat werd, te veroveren, 't geen hem echter niet gelukte.
Zie J.C. de Jonge, Geschied. van Neêrl. Zeew., D. II. a. bl. 308, b. bl. 374, D. III. a. bl. 53. |
|