[Petrus Hollebeek]
HOLLEBEEK (Petrus) zoon van Josias Hollebeek, in 1696 te Overschie geboren, studeerde te Leyden, werd in 1719 proponent, en in 1721 door zijn vader als predikant te Loenen bevestigd. Dertien jaren had hij deze gemeente bediend, toen hij deze standplaats met die van Kampen verwisselde, van waar hij in 1742 naar Amsterdam werd beroepen, waar hij den 14 Julij 1750 overleed. Hij gaf in het licht:
Predicatien over Hebreën XIII. 7, 8, en over het XV Cap. van Lucas, 4o.
Hij beschonk de Leydsche hoogeschool met zes marmeren afbeeldingen, hem vroeger van Smyrna toegezonden.
Zijn portret bestaat o.a. geschilderd en gegraveerd (1746) door Philips Endelich, met een vers van J. de la Fontaine.
Zie Veeris, Kerk. Alph., bl. 23; Wagenaar, Amst., D. VII. bl. 404; Kok, Vad. Woordenb., D. XXI. bl. 1; Schotel, Kerk. Dordr., D. II. bl. 500, 780; Oudendorpii Orat., p. 38; Descriptio leg. Papenbr. p. 78; te Water, Narratio, p. 76, Siegenbeek, Geschied. der Leydsche Hoogesch., D II. bl. 124; Abcoude, Naamreg. van Ned. Boek., bl. 165; Muller, Cat. van Portr..