dorp voor, als welke, volgens des schrijvers getuigenis, bl. 126, de burgerij van Maintz nog toen ten tijde (1812) na 176 jaren, naar verdiensten, den roem van een edel, menschlievend en wakker krijgsman toekende. Op ontvangen berigt van den hertog Bernard van Saxen Weymar, dat, en waarom hij op geene hulp of ontzet te rekenen had, ging de stad over bij capitulatie, die alsnog onder de familie berust, en trok van Hogendorp, met alle krijgseer, aan het hoofd van zijn garnizoen uit, hetwelk van 10,000 man tot op 3000 was versmolten. In zijn vaderland teruggekeerd, overleed hij in den Haag en werd aldaar begraven. Hij was schrijver van het bekende treurspel de Moordt begaen aen Wilhem, by de Gratie Godts, Prince van Oraengien, waarmede in 1617 de eerste schouwburg of S. Costers akademie te Amsterdam werd ingewijd. Hij huwde Anna Duyst van Santen.
Zie Mr. F.A. van Hall, Redev. ter gedacht. van G.K. van Hogendorp, bl. 63; Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. Crit. Woordenb., D. III. bl. 231; Historie van den Amsterdamschen Schouwburg, bl. 11; Wagenaar, Beschrijv. van Amsterd., D. V. bl. 18; Schotel, Geschied. der Rederijkers, D. II, bl. 55.