woorden, beriep hij zich op den keizer en diens hofraad. Daartoe in staat gesteld, ging hij naar Weenen, en wist het zoo ver te brengen dat hij een bevel van Karel VI ontving, waarbij de prelaten van Luik bevolen werd hem wegens de bul niet te bemoeijelijken en de zaak in suspensie te houden tot een toekomend concilie. Nader ingelicht, trok de keizer dit bevel weer in, gaf Hoffreumont last binnen twee dagen zijne staten te verlaten en zond hem naar zijnen bisschop terug. In plaats van zich te onderwerpen, verliet hij zijne pastorij, werd afgezet, vertrok naar Holland en werd opgenomen in het seminarie te Amersfoort. Hij onderwees er gedurende drie of vier jaren de godgeleerdheid, en vestigde zich vervolgens te Rijswijk bij zijn broeder, een monnik van Orval, die zijn
klooster had verlaten, om niet genoodzaakt te zijn de bul te onderteekenen. Hij stierf aldaar den 2 Mei 1737 in den ouderdom van 72 jaren.
Hij schreef:
La Faillibilité des Papes dans les Dècisions dogmatiques, dèmontrée par toute la Tradition; d'ou il rèsulte qu'on n'est point obligé de recevoir aveuglément la constitution Unigenitus, ni aucune autre Decision des souverains Pontifes. Avec des Remarques sur une lettre de M.L. Archivêque de Malines, et des autres Evêques des Pays-Bas, gedrukt in Holland, zonder naam van stad en schrijver, 1720 2 vol. 12o.
Acte d'Appel de M. Servais Hoffreumont, signe le 23 Mars 1733.
Lettre de M. Hoffreumont, ancien curé de Grace près de Lille à M. Barchman, èlu Archevêque d'Utrecht. Achter de Acta et Decreta secundae Synodi Provinciae Ultrajectensis.
Deze brief is gedateerd uit Ameland den 19 Junij 1725.
Zie P. de Sweert, Neerologium, p. 59, 60; Foullon, Historia Ecclesiae Leod., in continuatione, Leodii, 1737, T. III. p. 491, 492; Th. Bouille, Hist. de la ville et pays de Liège, T. III. p. 561, 562, 565; Mémoires sur ce qui s'est passé par rapport à la Bulle Unigène dans les Pays-Bas, T I. p. 570-572; Acta et deereta secund. Synodi provine. Ultraj., P. II. p. 392; Paquot, Mémoires pour servir à l'Hist. Littér. des Pays-Bas, T. III. p. 289.