[Jan van Hoey]
HOEY (Jan van), of de of Jean de Hooy, ook Jan de Hooij genaamd, volgens van Mander kleinzoon van Lucas van Leyden en broeder van Lucas Damissen. De Jongh zegt, dat hij in 1545 te Leyden geboren en een discipel van zijn broeder Lucas was. Hij reisde naar Italië en vervolgens naar Frankrijk, waar hij zich aan het hof van Koning Hendrik IV zoo aangenaam maakte, dat die vorst hem tot zijn kamerdienaar en opzigter over al zijne schilderijen benoemde, welke voordeelige ambten hij tot zijn dood, in 1615, bekleedde. Hij zou te Parijs gestorven zijn.
Zie van Mander, Lev. der Schild.; Immerzeel, Lev. en werk. der Holl. en Vlaams. Kunsts, D. III. bl. 45; Kramm, Lov. en werk. der Holl. en Vlaams. Kunsts., D. III. bl. 747.