[Emanuel van der Hoeven]
HOEVEN (Emanuel van der) omstreeks 1660, waarschijnlijk in Amsterdam geboren, waar hij in 1709 woonde en de betrekking had van agent van den regerenden hertog van Saxen-Weissenfels, Querfurt etc. en van het hof en den raad der hertoginne van Saxe-Mersburg. Hij was lid van het letterlievend genootschap In magnis voluisse sat est.
Als dichter heeft hij veel, doch niet gelukkig, voor het tooneel gearbeid.
Er verschenen van hem:
Trapolijn, klugtsp. u.h. Fr. gev. Amst. 1686, 1688, 8o.
De Waarzegster, blijsp., ald. 1712, 1715, 8o.
De Hovenier door liefde, blijsp., ald. 1717.
Arlequyn Phaëton, blijsp., ald. 1724.
Het viervoudig Huwelijk, klugtig blijsp., ald. z.j.
De drie Hamburgers, klugtsp., ald. 1727.
Zij zijn later vereenigd in 2 dn. m. pl. door S. Fokke en anderen in kl. 8o. onder den titel van Tooneelspelen op nieuw in het licht gegeven.
Als historieschrijver is van der Hoeven schier even onbeduidend als in de poëzy. Hij staat ten minste niet hooger dan Sylvius, Pers en anderen van dat soort. Hij is doorgaans partijdig, omslagtig, onnaauwkeurig en oppervlakkig. Men heeft van hem:
Het leven en dood van Cornelis en Johan de Witt, Amst. 1705, 4o.
Hollands aloude vryheyd buyten het stadhouderschap, Amst. 1706, 4o. pl.
Chronologische Taafelen, van de schepping der waereld af, tot aan den jaare na de geboorte Jesu Christi 1700 en derzelver historische aanmerckingen; daar in begrepen de algemeene gedenckschriften van 't volk Godts, der Assyrische, Persische, Macedonische en Roomsche monarchiën, alsmede een byzonder verhaal der Koningen van Schotland, Sweeden, Denemarken, Engeland, Frankrijk, Spangen, Poolen, Portugal, Czaar van Mocoviën, Keurvorsten van Saxen, Stadhouders der Nederlanden, Grieksche en Turksche Keizers, die in de laatste seeven honderd jaren geleefd hebben; nevens alle de Pausen van Romen, derselver schismaas of scheuringen;