[Gerard Hoet]
HOET (Gerard) de Jonge, zoon van den vorige, was een der voornaamste en vermogendste kunsthandelaren van zijnen tijd. Bij het verschijnen van de Schouwburg van het leven der Schilders door J. van Gool ergerde hij zich over diens bevooroordeeld schrijven over vele kunstschilders en over zijn haat jegens de kunstkoopers, die hij Keelbeulen noemde, en schreef:
Aanmerkingen over den Nieuwen Schouwburg der Nederl. Kunstschilders van J. van Gool en Brief aan een Vriend over denzelfden Schouwburg, 1751, 8o. Ook gaf hij:
Naamlijst der Schilderijen met derzelver prijzen, Amst. en 's Hage 1752, 2 d. 8o., waarbij later een derde deel gevoegd werd:
Catal. van Schilderijen met derzelver prijzen, sedert een langen reeks van jaaren in Holland als op andere plaatsen openbaar verkocht door G. Hoet en P. Terwesten, 's Grav. 1752-1779, 3 d. 8o.
Hij overleed in 1760 te 's Hage. Zijne kunstnalatenschap werd in dat jaar aldaar verkocht, blijkens de Catalogue du Cabinet des Tableaux etc., ook in het Hollandsch in het licht verschenen.
Zie Immerzeel, Lev. en werk. der Holl. en Vlaams. Kunstschild., D. II. bl. 44; Kramm, Lev. en werk. der Holl. en Vlaams. Kunstschild., D. IV. bl. 44; Björnsthäl, Reize, D. V. bl. 262; Arrenberg, Naaml. van Boek., bl. 189; Bibl. Hulth. (Reg.)