[Lubbertus Hoenraad]
HOENRAAD (Lubbertus) werd te Deventer geboren uit een geslacht dat vele regeringsleden heeft opgeleverd. Ten tijde van de overheersching van Deventer door de Spanjaarden, na het verraad van Stanley, bevond hij zich te 's Hage, waar hij in 1588, benevens den graaf van Hohenlo, Johan van Duivenvoorde van Warmont, Floris van Brederode en Nicasius de Sille, tot lid van een statelijk gezelschap naar Denemarken werd benoemd. Zij verwierven, schoon zij weinig in het hoofdoogmerk hunner zending slaagden, de goedkeuring hunner meesters. In 1589 werd hij alleen naar de voornaamste Duitsche Protestantsche vorsten gezonden, om te handelen over eenige zaken den lande betreffende, en het verbond met hen te vorderen, waarop de koning van Navarre bijzonder aandrong. Een oorlogschip van den staat bragt hem naar Bremen of Hamburg. Van Stade schreef hij verscheidene zaken van belang ter onderrigting over. Hij was een geleerd man en de staat kon nog veel van hem verwachten, doch zijne zeden waren niet overeenkomstig zijne bekwaamheden. Hij verviel tot het onmatig gebruik van wijn, en stierf, op reis naar Spiers, haastig bij Straatsburg op een wagen.
Zie Revii Dav. ill., p. 522, 523; Bor, Neêrl Oorl., B. III. bl. 296, 444, 459, 543; Scheltema, Staatk. Nederl., D. I. bl. 461, 462; Kobus en de Rivecourt, Biogr. Handwoordenb. o.h.w.