[.. 't Hoen]
HOEN (.. 't), een Noordhollandsche boer, die in Maart 1573 aan het hoofd van niet meer dan 18 vrijbuiters, op den Hoogendijk tusschen Amsterdam en Sparendam, een geheele kornet speerruiters, destijds tot 125 man sterk, tot den laatsten man toe vernield heeft, zoodat men hier zonder overdrijving zeggen kon, dat er niet één was overgebleven om de tijding dezer nederlaag te boodschappen. Door dit en dergelijke feiten maakte 't Hoen zich zoo vermaard, dat een der vijandelijke hoofdbevelhebbers, de baron de Ligues, hem, onder vrijgeleide, bij zich liet komen, en verbaasd dat deze held een eenvoudige boer was, hem geschenken aanbood. 't Hoen wees die grootmoedig van de hand, doch naderhand krijgsgevangen gemaakt, werd hij, op voorspraak van de Ligues, zonder losgeld, vrijgelaten.