[Hendrik Adamsz.]
HENDRIK ADAMSZ., een doopsgezinde, die den 22 October 1558 te Aken om het geloof met een strik aan een paal geworgd, voorts met een keten daaraan gebonden en met vuur verteerd werd. ‘Als men nu’ schrijft van Braght ‘den broeder Hendrik Adamsz. met de andere ter doodwaert voerde, soo bond de scherpregter syn handen soo styf dat syn vingeren daer swart af wierden, maer hy hief syn handen op tot God en loofde Hem, dat hy sulks te lyden weerdig was; ondertusschen werden de banden aan syn handen los, sy werden weder gebonden, immers soo hart als voor henen, maer 't en holp niet, want wanneer hy syn handen weder ophief, soo vielen sy wederom af, dat geschiede eenige mael, daer over de rechter toornig werde, en sprak tot den scherprechter dat hy het doch wel vast binden zoude, maer de scherprechter sprak: ‘Gij siet wel dat er geen binden aen helpt’. ‘De laetste mael wierp Hendrik den band henen wech onder 't volk, dat hy ook niet meer gebonden en worde, en seyde: ‘God wil niet hebben dat ik gebonden zijn zal.’ ‘Hy seyde ook dat sulk geweld Godt tegen was, en sprak voort vrymoedig tot den eynde toe.’
Zie T.J. van Braght, Het bloedigh tooneel der Martelaren, bl. 211.