[Justus of Joost Hendrickz]
HENDRICKZ (Justus of Joost), Doopsgezind predikant te Harlingen, waar hij, na er dertien jaren het Evangelie te hebben verkondigd, den 2 Maart 1644 stierf. Hij moet in zijn tijd door welsprekendheid hebben uitgemunt en voerde een hevigen pennestrijd met P. Bontemps. Hiertoe behooren:
P. Bontemps, Verkeertheijt van de leere der Wederdoopers, Haarlem, 1643.
J. Hendriksz, Wederlegginge van P. Bontemps, Amst., 1643.
P. Bontemps, Wederlegginge van J. Hendriksz, Dordr. 1643.
J. Hendriksz, Spongie tot afwasschinge van de vlecken, de Mennisten door P. Bontemps aenghewreven, Amst. 1643.
G. van Vrijburgh. Hollandsche zeep tegen de vlecken, daermede P. Bontemps de Mennoniten heeft soecken te bekladden, Amst., 1643.
Hendriksz heeft ook in het licht gegeven:
Tractaetjen van 't weder-aennemen der buijten-getrouwden, Amst., 1647.
XXXVIII Predicatiën, Amst., 1646. fol., 1647. 8o;
Mogelijk dezelfde met Corte en stichtelijke Predicatiën, Amst., 1646 en Predicatie op den Kersdagh, 4o.
Zie Schijn, Hist. Mennon., T. II. p. 356; Cat. der Bibl. van de Rem.-Geref. Kerk te Amsterdam, bl. 78, 79; Cat. J. Heringa, bl. 82; Cat. J. Schouten, bl. 12; Cat. de Groe, bl. 158; Muller, Cat. van Portr.