[Willem van Haren]
HAREN (Willem van), zoon van Ernst van Haren, voornoemd, en Catharina van Oenema, werd den 6den Januarij 1655 te Heerenveen geboren en den 18den Februarij 1679 aangesteld tot grietman van Doniawarstal, den 14den April 1688 tot grietman van West-Stellingwerf en den 5den Januarij 1718 van het Bildt. Behalve deze betrekking had hij zitting in het collegie van Gedeputeerde Staten, en was gecommitteerd in bijna alle provinciale en generaliteits commissiën. Hij stierf den 18den September 1728 te St. Anna-Parochie, en was gehuwd met Frouk, dochter van Duco van Burmania, grietman van Wymbritseradeel, die hem zes kinderen schonk, en den 25sten Junij 1702 te Wolvega overleed, en daarna, den 10den Junij 1708, met Rixt van Andrée, weduwe van Casper van Tiddinga, die kapitein en edelman van prinses Amelia, douairière van den stadhouder van Friesland, Hendrik Casimir van Nassau, geweest is. Een zoon van Willem van Haren volgt.
Zie Halbertsma, het Geslacht der van Haren's, bl. 61-75; van Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietmann. bl. 350.