hoven wordt genoemd als een dergenen die zich vasthielden aan het woord, dat naar de leer van de geloofsbelijdenis is, waardoor hij dan ook Huibert Duyfhuis, pastoor bij de St. Jacobs kerk te Utrecht, niet voor een der gereformeerde ministers erkennen wilde. Hij overleed den 18den September 1606 in den ouderdom van 56 jaren, en ligt te Rotterdam in de Groote kerk op het koor begraven. De grafzerk, die ook het stoffelijk overblijfsel van zijn zoon Hermannus bedekt, is met een onderscheidend opschrift voorzien.
Volgens Soermans was de bekende Remonstrant Nicolaas Grevinchoven, die volgt, een zoon van hem. Zeker is, dat Hermannus Grevinckhovius, eerst predikant te Heusden, daarna te IJsselmonde, vervolgens te Delftshaven en eindelijk te Hillegondsberg, zulks ook was.
Grevinchoven maakte zich door een aantal werkjes als een ijverig en werkzaam verdediger van de Hervormde kerk bekend. Zoowel tegen de wederdoopers, de Jezuiten, als tegen de, door hem alzoo genoemde, nieuwe Lutherschen, trok hij te velde. Daaraan hebben zijne geschriften hunnen oorsprong te danken, die getiteld zijn:
Onderwijsinghe van de oude Catholycke Apostolische ende Roomsche Kercke ende Religie, tot een cort ende slecht berigt voor alle goedhertighe Catholycken, op de calomnien P. Francisci Costeri, ende syns gelycke Sectarissen, die onder den tytel der Catholycke Kercke, ende Societatis Jesu, de Catholycke Apostolische Roomsche Kercke ende Religie soecken te onderdrucken. Wt gegeven door Gasparum Grevinchovium, dienaer des Goddelycken woorts der Catholycke Gereformeerde kercke, Rott. 1597.
Defensio Catholica, dat is Catholycke verantwoordinghe der Apostolische, Catholycke ende Roomsche Religie, op de Calumnien ende lasteringhen Francisci Costeri in zijne Apologia Catholica enz. Rott. 1598 kl. 8o.
Grondelyc bericht van den Doope, ende Wederdoope, Rott. 1599. 8o.
Ontdeckinghe van de monstreuse dwalingen des libertynschen vergodeden vrijgheestes Hendric Nicolaessoon, Rott. 1604.
Grondelye bericht Mart. Lutheri, van het avondmael des Heeren, in twee korte tractaten wt de schriften Lutheri ende der Augsborgsche confessie tsamen gebracht, Rott. 1605. 8o.
Grondelyck bericht van de Dolingen der Nieuwe Lutherschen voornaemlyc opghekomen na de doot der eerweerden Doctoren der Theologie D. Martini Lutheri ende D. Philippi Melanchtonis, met korte wederlegginghe tot dienste van allen toeghedanen der Augsborchscher confessi ende nae de waerheyt des H. Evangelii ijverende, Rott. 1611. 8o.
Van de vryheydt der Secten, hoe schadelijk dezelve zijn, tot nadeel der algemeyne warachtige kercke ofte gemeynte Godes, Dordr. 1611 4o.