zweken eerlijkheid en onpartijdigheid, tot dat hij op den 11den Januarij 1848 aan den kring zijner werkzaamheden, op jeugdigen leeftijd, door den dood werd ontrukt.
Van Goudoever, die zich door zijn uitmuntend karakter en levenswandel bemind maakte, was van zijne vroegste jeugd af met een sterk geheugen begaafd en hoog ingenomen met de geschiedenis van ons land. En dat hij daarvan een gelukkig beoefenaar was, daarvan strekt ten bewijze zijne onuitgegevene verhandeling over Conraad van Beuningen, die hij in 1845 in het Leesmuseum te Utrecht uitsprak, en waarin hij de diplomatische verdiensten van dien voortreffelijken staatsman met heldere en krachtige trekken in het licht stelde.
Zie Kron. van het Hist. genootsch. D. VI. bl. 52, 53.