Den kettermeester van het Geuze Vatikaan,
Die mocht hij met dat Volk naar zijnen zin begaan,
Straks d' Inquisitie weer zou op het outer planten,
En ketens smeden om de vrijheid van 't gemoed
Te kluisteren, die 't lant gekocht heeft met zijn bloet.
Versche Wonderen van den Allerhoogsten, verhaald en aangedrongen tot overtuiging van Godverzakers, Rott. 1718. 8o.
Afgeperste Verantwoordinge tegen twee faamroovende schriften van D. Johannes Ens, Predikant te Utrecht, enz. Rott. 1720. 8o.
Predikaatsie over I Chron. XXVIII:9, 10, ter bevestiginge van zijnen zoone Jacobus, Rott. 1723. 8o.
Salomons Raad aan de jeugd over Prediker XII:1. Rott. 1725. 8o.
Toegift op Salomons Raad aan de Christen jeugdt, Rott. 1725. 8o. 2de druk.
Groot voorregt der christenen kinderen, opgehelderd uit Pauli woorden 1 Kor. VII. vs. 14 met een Voorrede over Hosea VII. Rott. 1726. 8o. 2de druk.
Simeons Lofiang, of Predikaatsie over Luk. II:29, 30 over 't afsterven van D. Jacobus van Stryen, Rott. 1727. 8o.
De Oude, Gesonde, Beproefde en Goddelyke Leere aangaande God den H. Geest, tegen de Heeren Professoren H.A. Roell en F.A. Lampe: en kort Vertoog van de Waarheit en goddelijkheidt der H. Schrifture, Rott. 1728. 8o.
Aanmerkingen tot Verklaaringe en Bevestinge vvn de Oude, Gesonde, Beproefde en goddelijke Leere enz. opgegeeven van Fr. Ad. Lampe, Hoogleeraar en Predikant enz. Rott. 1729. 8o.
Vervolg van de Aanmerkingen enz. tegens hetgeen bij form van Disputen is opentlijk geleert enz. Rott. 1730. 8o.
Over het wesen en de onsterfelijkheid van 's Menschen ziel, Rott. 1838. 8o.
Kort vertoog van de waarheid der Heilige Schriftuur. Rott. 1738. 8o.
Behalve deze geschriften worden nog anderen, van hem geschreven, genoemd, die evenwel zijn naam niet dragen.
Zie Wilhelmius, Lijkreden op Fruytier; de la Rue, Geletterd Zeel. 2o druk, bl. 58-61; Vrolikhert, Vliss. Kerkhemel, bl. 195-200; Burman, Traject. Erudit. p. 94; van Abkoude, Naamreg. van Nederd. Boeken, D. I. St. III; Ypeij, Gesch. van de Krist. Kerk in de achttiende eeuw, D. VII. bl. 247, 270-274; Ypeij en Dermout, Gesch. der Ned. Herv. Kerk. D. III. bl. 181, 187, 202; Schotel, Kerk. Dordr. D. II. bl. 53, 247; van Harderwijk, Naaml. en Levensbijz. der Pred. te Rott. bl. 63, 64; Glasius, Godgel. Nederl.