Epicedium in funere Herois invicti Michaëlis Adriani Ruteri, Amst. 1677. fol. Deze lijkrede, uit elf honderd verzen bestaande, werd door den vervaardiger, daags na de begrafenis van den grooten zeeheld, op het koor der nieuwe kerk uitgesproken. Dezelve werd door hem in het Nederduitsch vertaald uitgegeven, onder den titel van Lijkgezang ter uijtvaard van den grooten Zee-Held M.A. de Ruyter, Amst. 1677. 12o.
Poëmata, Amst. 1682. 8o. ibid. 1697. 8o.
In laudem Theae Sinensis Anacreontica duo, Amst. 1685. 4o.
Oratio de usu et praestantia Linguae Graecae, Amst. 1686. 4o.
Orationes, Amst. 1692. 8o. ibid. 1705. 8o.
Epistola prima, secunda et tertia ad C. Valerium Accinctum, vero nomine Jacobum Perizonium, Amst. 1696. 4o.
(Met Perizonius) Bellum Litterarum, Amst. 1696. 8o.
Vindiciae censurae Graecanicae in nuperum carmen graecum ad C. Valerium Accinctum, Amst. 1696. 4o.
Specimen primum et alterum Eloquentiae exterioris etc. Amst. 1697-1700. 8o. 2 vol. Lugd. Bat. 1715. 8o.
Gregorius Nazianzenus van de Mededeelzaamheidt, uit het Grieks in 't Neêrlands overgebragt door Petrus Francius, Amst. 1699. 8o. (Uittreksels uit dit geschrift worden gevonden bij Pars, Naamrol, bl. 360-361 en Scheltema, Mengelwerk, D. III. St. II. bl. 171-208.)
Kerkreden van 't jubeljaar, in 't koor der Nieuwe Kerke, den 1sten Januarij 1700 in 't Latijn uitgesproken, en ten dienste der Nederlanderen overgezet, Amst. 1700. 4o.
P. Francii, Posthuma (Orationes et Carmina); accedunt illustrium Eruditorum ad eundem Epistolae, Amst. 1706. 8o.
Verhandeling van de uitspraak en gebaarmaking van een Redenaar, uit het Frans en Latyn vertaald door J. van Zanten, Amst. 1741. 8o. 3de druk.
Als Nederduitsch dichter deed Francius zich kennen, vooral door zijn Lijkklagt op den dood van Antonides, bij gelegenheid dat diens gedichten, na zijn dood, werden uitgegeven. Dezelve is ook geplaatst in de Nieuwe Verzameling van Nederduitsche Mengeldichten, bl. 129, in welke verzameling (bl. 126) zijn Tibulliaansch gedicht op juffer Ida ook is opgenomen.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1700. a. bl. 373, b. 67. 1705. a bl. 249; P. Burman, Elog. in obit. Petr. Francii, vóór diens Posthuma, (Amst. 1706. 8o.); Brandt, Lev. van de Ruiter. bl. 1009; Pars, Naamrol, bl. 312, 360, 361; Wagenaar, Vaderl. Hist, D. I. Voorrede, bl. VI. D. XI. bl. 329-332; Saxe, Onom. Liter., T. V. p. 247, 248, Annot. p. 623; Hoogstraten, Woordenb.; Luiscius, Woordenb.; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek., D. I. St. I; Ferwerda, Cat. Univ. D. I. St. II. p. 359, St. VII. bl. 252, Supplem. Catal. St. II. bl. 29;