[Marcellus Francheim]
FRANCHEIM (Marcellus) of Franchemius, werd te Zutphen geboren. Hij werd Doctor in de regten, na verschillende Hoogescholen te hebben bezocht, en legde zich ook voornamelijk op de beoefening der Grieksche en Latijnsche talen toe. Hij was eerst Secretaris van den Kardinaal Clesel in 1619, en keerde naderhand naar de Nederlanden terug, waar hij benoemd werd tot Intendant van de justitie onder de Duitsche benden, waarover de Prins van Chimay het bevel had. Hij verkreeg dezelfde bediening in het Fransche Comté, en Filips IV stelde hem eindelijk tot Raadsheer der Admiraliteit van Duinkerken aan, waar hij in 1643 overleed. Hij schreef:
Fides Bohemo-Palatina.
Epistola pro Iatro-Chimica, Franeq. 1611. 8o.
Expeditio Sicambro-Batava, Mogunt. 1620. 4o.
Zie Swoertius, Ath. Belg. p. 523; Foppens, Bibl. Belg. p. 838, Hoogstraten, Woordenb.; Kok, Vaderl. Woordenb. D. XV. bl. 292.