[Eltio Alegondus Forsten]
FORSTEN (Eltio Alegondus) was kleinzoon van den voorgaande en geboren den 12den Julij 1811 te Middelburg, uit Jacob Antoin Forsten en Johanna Gijsberta Kaibbe. Te Leiden studeerde hij vooral onder de Hoogleeraren Reinwardt en Jan van der Hoeven. In de scheikunde werd hij op den 8sten Februarij 1832 aldaar met goud bekroond, en promoveerde er op eene kruidkundige dissertatie over eene koortswerende plant, den 16den December 1836. Bij Koninklijk Besluit van den 4den Februarij 1838, No. 98, werd hij benoemd tot lid der natuurkundige commissie in Nederlands Indië, werwaarts hij den 4den September van dat jaar vertrok. Eenige jaren was hij op Celebes vooral voor kruid- en delfstofkunde werkzaam, hoewel zijne zwakke gezondheid hem tot herhaalde verhindering was, om met den ijver die hem bezielde naar eisch werkzaam te zijn, gelijk dan ook zijn dood aan buikloop in de maand Januarij 1843 op Amboina reeds plaats greep en de verwachting op hem gevestigd, gelijk van niet weinige zijner voorgangers in de naastvorige jaren, verijdelde.
Hij schreef eene bekroonde prijsverhandeling: de aetheris et naphtharum historia chemica, ratione, natura et usu, met eene plaat, in de Annales Academiae, Lugd. Batav. 1831-1832. 4o.
Dissertatio Botanico-pharmaceutico-medica inauguralis, de Cedrela febrifuga, Lugd. Bat. 1836. 4o.
Uit medegedeelde berigten bijeengebragt.